Visages – Paysages, Nour-Eddine Jarram, 14. April – 12. Mai

Ausstellungseröffnung: 14. April um 15 Uhr    |    Einführung: Uwe Poth, Künstler

Voor Nederlandse tekst, scroll naar beneden

Nour-Eddine Jarram, 1956 in Casablanca, Marokko geboren, hat um 1976 seine Ausbildung an der Akademie von Casablanca abgeschlossen und Dank eines kleinen Zuschusses, konnte er ein Aufbaustudiengang an der AKI in Enschede 1983 zu Ende bringen. Hier lebt und arbeitet er seit 1979.

In Enschede arbeitet Jarram kontinuierlich an seinem Gesamtwerk, dessen Teile heute in vielen wichtigen Kunstsammlungen gegenwärtig sind.

Jemand, der seine Kultur wechselt, steht zwischen zwei Welten: er hat etwas von beiden, kommt aber nie in einer Welt an. Es gibt eine beständige Dualität. Aus dieser Dualität schöpft Jarram seine künstlerische Kraft.

Bild, Farbe und Inhalt kommen bei Jarram deutlich aus zwei Kulturen. Die Farben und Motive, die er nutzt sind wenig niederländisch, durchdrungen von Mystik, die in der arabischen Welt einen größeren Anteil hat als in der europäischen. Das Hell-Dunkel, Claire-obscur, ist wieder sehr europäisch, vielleicht sogar sehr niederländisch, Rembrandt impliziet. Der Künstler spielt ein Spiel mit dem ausdrücklichen Verbot der islamischen Kultur, das ein faktisches Bild des Menschen verbietet: nur Allah kann und sollte Menschen schaffen. Die Porträts von Jarram haben keine klaren Gesichter. Sie sind leer, aber sie können ausgefüllt werden.

Auffallend in seinem Schaffen ist die unbegrenzte Fantasie. Nicht nur die Fantasie, mit der die Werke gemacht werden, auch die Fantasie des Betrachters wird gefragt und gefördert. Oft ist der erste Eindruck der, eines ausgeklügelten Zusammenspiels von Formen. Manchmal sind diese sehr eng und sehr konzentriert, dann wieder scheinen es kluge Kompositionen, wo vor allem Farbe und Räumlichkeit wichtig sind.

Bei Jarram findet man eine Silhouette, die eindeutig auf einen Menschen hinweist, oft in eine Landschaft oder in eine surreale Umwelt eingebettet. Man hat den Eindruck, dass das Bild trotz der klaren Grundlage – manchmal Landschaft, manchmal Silhouette – doch meist beim Zeichnen seine endgültige Form entwickelt. Klarheit und Dimensionsstabilität geben seiner Kunst Grenzen, aber innerhalb dieser Grenzen erwartet den Betrachter eine Welt von visueller Vielfalt und Überraschung. Geschlossene Formen und offene Arabesken finden einander, Transparenz und Dichte begegnen sich, konstruktive Form und organisches Wachstum gehen in einen Raum über, der manchmal an eine Landschaft erinnert, manchmal an einen Innenraum, manchmal nur an einen unbestimmten, abstrakten Raum.

Bild, Farbe und Inhalt formen eine wunderbare Synthese. Eine Synthese zwischen Wunsch und Idee, zwischen Figuration und Abstraktion, zwischen dem flüchtigen Leben der sichtbaren Welt um uns herum, und das Geheimnis, das sich dahinter verbirgt, sowie zwischen westlichen und orientalischen Elementen.

      Nederlands 

Nour-Eddine Jarram, geboren in 1956 in Casablanca, Marokko, rondde rond 1976 zijn opleiding af aan de academie van Casablanca en kon dankzij een kleine beurs een vervolgopleiding doen aan de AKI in Enschede. Hier woont en werkt hij sinds 1979.

In Enschede werkt Jarram gestaag aan een oeuvre dat inmiddels in vele belangrijke collecties vertegenwoordigd is.

Iemand die van cultuur verandert, staat tussen twee werelden: hij heeft van beide werelden iets, maar staat nooit helemaal in één wereld. Er is een zekere dualiteit. Deze dualiteit heeft Jarram tot zijn kracht gemaakt.

Beeld, kleur en inhoud komen bij Jarram duidelijk uit twee culturen. De kleuren en motieven die hij gebruikt zijn zeer on-Nederlands, doordrenkt van mystiek, wat in de Arabische wereld meer bestaat  dan in de Europese. Het licht-donker, het claire-obscure, is daarentegen dan weer heel Europees, misschien zelfs wel heel Nederlands, Rembrandt indachtig. Hij speelt een spel met het expliciete verbod in de Islamitische cultuur, die de feitelijk afbeelding van de mens verbiedt: alleen Allah kan en mag mensen maken. De portretten van Jarram hebben geen duidelijke gezichten. Ze zijn leeg, maar ze kunnen worden ingevuld.

Wat bij zijn werk opvalt is de ongelimiteerde fantasie. De fantasie waarmee ze gemaakt zijn, maar ook de fantasie die van de kijker wordt gevraagd om er volledig van te kunnen genieten. Vaak is de eerste indruk die van een ingenieus samenspel van vormen. Soms zijn die vormen heel strak en heel geconcentreerd, dan lijken het knappe composities waarbij alleen kleurgebruik en ruimtelijkheid van belang zijn.

Bij Jarram bevindt een silhouet, dat toch duidelijk naar de mens verwijst, zich vaak in een landschappelijke of surreële omgeving. Je krijgt de indruk dat het beeld, ondanks die duidelijke basis van soms een landschap, soms een silhouet, toch voornamelijk tijdens het tekenen zijn uiteindelijk vorm krijgt. Helderheid en vormvastheid stellen er hun grenzen, maar binnen die grenzen wacht de kijker een wereld van visuele afwisseling en verrassing. Omsloten vormen en open arabesken zoeken elkaars gezelschap; transparantie en ondoordringbaarheid ontmoeten elkaar, constructieve vorm en organische groei gaan samen in een ruimte, die doet denken aan soms een landschap, soms een interieur, soms een onbepaalde, abstractere ruimte.

Beeld, kleur en inhoud gaan een wonderschone synthese aan; een synthese tussen verlangen en een idee, tussen figuratie en abstractie, tussen het vlietende leven van de zichtbare wereld om hem heen en het geheim dat zich daarachter verbergt, tussen Westerse en oosterse elementen.